Tibetaans Boeddhistisch reisaltaartje Aum

Reisaltaren zijn amuletten (beschermers) en worden verondersteld geluk en bescherming te brengen aan de drager. Ze zijn meestal gevuld met religieuze voorwerpen zoals gebedsvlaggen, zand van het land van herkomst, heilige kruiden, of andere rituele voorwerpen. Veel Tibetanen hebben een reisaltaartje met een beeltenis van hun persoonlijke verering.

De Tibetaanse bevolking bestaat vooral uit nomaden die veel reizen door het Himalaya gebergte en vaak veel amuletten, reisaltaren en andere bijzondere voorwerpen meenemen ter bescherming tegen het gevaar en kwaad. Deze voorwerpen worden vaak door de lokale sjamanen en lama's gezegend.

Aan de voorzijde staat het Aum (of Om) symbool afgebeeld. Dit teken symboliseert de allereerste oerklank waaruit alles ontstaan is. Van de A van Alpha (het begin) tot de Um van Omega (het einde). Aum omvat alles, is een niet te begrijpen grootheid in geluid.

Een bekende Boeddhistische mantra is: "Om mani padme hum" ook wel de mantra van mededogen. Het betekent: "de parel van het universum is de lotus van mijn hart" oftewel: we moeten binnen in onszelf kijken om de vrede van de Boeddha te vinden.

Dit reisaltaartje kan aan de achterzijde geopend worden. Binnenin bevindt zich een gebedsvlaggetje, maar er kunnen ook kruiden of andere, eigen voorwerpen in bewaard worden. 

Dit Tibetaanse reisaltaartje is  gemaakt van koper en is als ketting te dragen. Het hangt aan een brede veter (lengte circa 60 cm.) van yakleer. 
Het altaartje zelf is circa 3,5 cm hoog, 3 cm. breed en 1,5cm. dik.